Trauma, zoals mishandeling, verwaarlozing, verlies van een ouder, of blootstelling aan geweld, kan diepgaande invloed hebben op de emotionele en cognitieve ontwikkeling van een persoon. De symptomen van trauma kunnen soms erg lijken op die van ADHD: concentratieproblemen, hyperactiviteit, impulsief gedrag en snel afgeleid zijn. Dit overlap kan leiden tot verkeerde diagnoses.
Wanneer trauma niet op de juiste manier wordt erkend, kan het ten onrechte als ADHD worden gediagnosticeerd. Bijvoorbeeld, een kind dat in een onveilige thuissituatie leeft, kan zich moeilijk concentreren, niet goed luisteren of zich voortdurend hyperactief gedragen als een manier om met de stress van de situatie om te gaan. In plaats van de onderliggende trauma's aan te pakken, kan de focus verschuiven naar het beheersen van de symptomen door middel van medicatie of gedragsinterventies die specifiek gericht zijn op ADHD.
Hoe komt dit?
Er zijn verschillende redenen waarom ADHD en trauma soms door elkaar worden gehaald:
Overlappende symptomen: Zoals eerder genoemd, vertonen mensen die trauma hebben meegemaakt soms gedragingen die lijken op die van mensen met ADHD. Dit kan leiden tot verwarring bij zowel ouders, leraren als zorgprofessionals die niet altijd bekend zijn met de complexiteit van trauma en de manier waarop dit zich manifesteert in gedrag.
Snelle oplossing: ADHD-diagnoses zijn relatief gemakkelijk te stellen op basis van gedragsobservaties en gestandaardiseerde tests, terwijl trauma-onderzoek vaak veel diepgaander en langduriger is. Het stellen van een ADHD-diagnose kan dan een snellere oplossing lijken voor kinderen die worstelen met gedragsproblemen, vooral in onderwijskundige of gezinscontexten.
Het stigma van trauma: Er is vaak nog steeds een stigma rond psychische aandoeningen die voortkomen uit trauma, zoals posttraumatische stressstoornis (PTSS). In plaats van te spreken over de complexe emotionele en psychologische gevolgen van trauma, wordt het soms gemakkelijker gevonden om gedrag te verklaren door middel van een diagnose zoals ADHD.
De opmars van medicatie: ADHD wordt vaak behandeld met medicijnen zoals Ritalin of Concerta, die snel effect kunnen hebben op het gedrag. Dit kan voor veel mensen – zowel ouders als zorgverleners – aantrekkelijk zijn als een manier om problematisch gedrag te verhelpen. Echter, medicatie voor ADHD kan geen effect hebben op de onderliggende trauma's die het gedrag veroorzaken.
Het gevolg van de overdiagnose van ADHD bij Trauma
De overdiagnose van ADHD bij mensen met trauma-achtergrond kan ernstige gevolgen hebben, zowel op korte als lange termijn:
Misdiagnose en onjuiste behandeling: Wanneer trauma wordt verward met ADHD, kan de persoon worden behandeld voor ADHD zonder dat de onderliggende trauma's worden aangepakt. Dit kan leiden tot langdurige emotionele pijn, doordat de oorzaak van het probleem niet adequaat wordt behandeld.
Verlies van empathie: Wanneer het gedrag wordt gezien als typisch voor ADHD, kan er een gebrek aan begrip ontstaan voor de diepere oorzaken van het gedrag. Dit kan leiden tot een benadering van de persoon die meer gericht is op discipline en gedragsbeheersing, in plaats van het creëren van een ondersteunende omgeving die zich richt op herstel van trauma.
Verhoogde risico's op stigmatisering: Mensen die met trauma worstelen, kunnen stigmatisering ervaren, vooral wanneer hun gedrag wordt gezien als "ongepast" of "moeilijk". Het idee dat iemand met ADHD per definitie problematisch is, kan de persoon nog verder isoleren en hun kans op herstel verkleinen.
Medicatie versus therapie: Het gebruik van medicijnen om ADHD te behandelen, terwijl de onderliggende trauma's niet worden aangepakt, kan leiden tot afhankelijkheid van medicijnen zonder dat er echte emotionele of psychologische vooruitgang wordt geboekt. Therapieën zoals traumagerichte therapie (bijvoorbeeld EMDR of traumagerichte cognitieve gedragstherapie) zijn essentieel voor mensen met een trauma-achtergrond, maar worden vaak over het hoofd gezien.
Comments